Steeds meer wijken in Nederland verenigen zich om hun buurt samen op een duurzame, betaalbare en eerlijke manier van warmte te voorzien. Een aantal energiecoöperaties, publieke warmtebedrijven en samenwerkingsverbanden nadert inmiddels de eindfase van die ontwikkeling. Dat is natuurlijk fantastisch, maar ik denk dat de focus puur op warmte niet langer de juiste weg is. Het is tijd voor doorontwikkeling van opzichzelfstaande warmteprojecten naar slimme energiesystemen in de wijk.

In de beginfase van warmteprojecten lag de focus vooral op de vraag waar de warmte vandaan moest komen. De herkomst van de benodigde elektriciteit, die essentieel is voor een duurzaam en robuust energiesysteem, kreeg nauwelijks aandacht. Nu netbeheerders steeds vaker energiecoöperaties toegang tot het stroomnet weigeren en de energiecrisis ons dwingt om elke kilowattuur zorgvuldig te overwegen, moeten we deze aanpak herzien en nieuwe bronnen aanboren.

“Het is tijd voor doorontwikkeling van opzichzelfstaande warmteprojecten naar slimme energiesystemen in de wijk.”

Er zijn twee mogelijke duurzame bronnen voor de voor warmteprojecten benodigde elektriciteit: via andere energiegemeenschappen buiten de wijk of via een geoptimaliseerde koppeling van zonne-energie en opslag binnen de wijk. Binnen het Local4Local-project wordt onderzocht hoe elektriciteit tegen kostprijs van de productiebron in de regio aan een warmtecoöperatie kan worden geleverd. Er is echter meer nodig, en we zullen een nieuwe soort warmteprojecten moeten gaan ontwikkelen.

Door te investeren in extra opwek en het omzetten en opslaan van energie binnen de wijk creëren we een optimaal energiesysteem. Dit draagt bij aan de warmtetransitie en vermindert de druk op het stroomnet. Door elektriciteit lokaal op te wekken, zo veel mogelijk energie gelijktijdig te benutten en energie op te slaan wanneer dit niet kan, wordt het stroomnet vaker vermeden en worden overschotten beter benut. Een lokaal, slim energiesysteem leidt tot een efficiënter gebruik van de beschikbare middelen. Daarnaast zorgt het voor meer onafhankelijkheid en veerkracht van de wijk. Hierdoor wordt de wijk minder afhankelijk van externe leveranciers en minder kwetsbaar voor schommelingen in de energiemarkt.

Voor bestaande warmteprojecten geldt dan ook dat ze moeten opschalen naar volwaardige energiesysteemprojecten. Warmte is niet langer het einddoel, maar een onderdeel van een breder systeem dat zich richt op het optimaliseren van de energievoorziening en de leefbaarheid in de hele wijk. Dit vereist een nieuwe bestuursvorm, waarin publieke bedrijven en warmte- en energiegemeenschappen nauw samenwerken met marktpartijen om in overleg tot de meest efficiënte en duurzame oplossingen te komen. Ketelhuis WG in Amsterdam en Thermobello in Culemborg zijn prachtige voorbeelden van initiatieven die hieraan werken.

Denk verder bij het ontwikkelen van een warmteproject en start vandaag nog met het bouwen van de energiesystemen en -gemeenschappen van de toekomst!

Deze column is ook verschenen in PONT | Vakblad energie en duurzaamheid.


 

✉️ Op de hoogte blijven van het nieuws van Buurtwarmte en de warmtetransitie? Schrijf je dan hieronder in voor de Buurtwarmte-nieuwsbrief.